Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Namelijk] [10]Zijn Woord, [11]door de prediking, die mij toebetrouwd is, [12]naar het bevel van God, onze Zaligmaker; aan Titus, [13][mijn] oprechte zoon, naar [14]het gemeen geloof: 10. Namelijk des Evangelies, welks prediking mij toevertrouwd is. 11. Grieks, in de prediking. 12. Zie 1 Tim.1;1. 13. Zie hiervan ook 1 Tim.1;2. 14. Dat is, dat ons beiden en allen uit verkorenen gemeen is; waarmede hij te kennen geeft, dat hij niet zijn natuurlijke zoon is, maar geestelijke. Zie de aantekening bij 1 Tim.1:2.